Hoe krijg ik mijn leerlingen aan het zingen?
Door Meike Veenhoven, zangdocent
Niets is zo leuk om een groep kinderen vol overtuiging te zien zingen tijdens de afscheidsmusical. Dat ze er durven te staan, dat ze plezier hebben met elkaar en dat ze hun gevoel over durven te brengen. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Je staat er wat schuchter bij. Je frunnikt aan je kleren. Je kijkt naar beneden, je zingt zacht omdat je denkt dat je vals zingt.
Waar het om gaat als je zingt, is dat je door te zingen een gevoel overbrengt. Dat je een mooie stem hebt, dat je loepzuiver zingt, is allemaal minder belangrijk. Je hebt iets te vertellen en dat breng je over met jouw stem. Vaak zie je als een groep kinderen staat te zingen, dat een aantal kinderen heel expressief is en anderen er niet helemaal bij lijken te zijn. Hieronder een aantal tips om dat te verbeteren:
- Kijk je publiek aan. Als je zingt, vertel je meestal iets aan je publiek. Dan is het logisch dat je het publiek aankijkt (of net over de hoofden als je dat eng vindt). Als alle kinderen dat doen, komt het lied veel krachtiger over.
- Bedenk waar je over zingt. Je bent dus eigenlijk aan het vertellen. Wat vertel je eigenlijk? En wat is jouw gevoel (of dat van je personage) daarbij? Ben je blij? Ben je boos? Verdrietig? Verlang je ergens naar?
- Leef je in. En wie ben je eigenlijk, als je zingt? Ben je jezelf, of ben je je personage? Hoe zou die zingen? Uit volle borst? Heel netjes? Als je zingt, zeker met een solo, ben je nog steeds in je rol. Dat kan het ook makkelijker maken om te zingen. Jij bent het niet, het is je personage.
- Wees expressief. De één heeft van nature meer expressie dan de ander. Maar vaak denk je dat je heel expressief bent, terwijl een ander bijna niets in je gezicht ziet gebeuren. Oefen een keer met z’n allen voor een grote spiegel of bekijk een opname van jezelf.
- Sta stevig. Je komt het meest krachtig over als je je recht en stevig staat.
- Je gewicht verdeeld over twee benen (kinderen willen nog wel eens de ene voet voor de andere zetten)
- Je armen gewoon langs je lichaam
- Je borstbeen een beetje opgetrokken: alsof er een touwtje aan je kruin zit waarmee Je naar het plafond wordt getrokken.
- Als je zit: een lange rug maken.
- Zing voluit.
- Open je mond. Het lijkt een open deur, maar als je je mond meer opent, komt er meer geluid uit. Kijk naar jezelf in de spiegel.
- Durf te zingen. Als je denkt dat je niet kunt zingen, ga je heel zacht zingen. Doen alsof je er niet bent. Daardoor klinkt het niet krachtig, soms ook vals (want je hebt energie nodig om zuiver te kunnen zingen) en komt de boodschap niet over.
