W

Het oefenen van de liedjes

Door Meike Veenhoven, zangdocent

Het oefenen van de liedjes voor de groep 8 musical, hoe pak je het aan? Je hoeft zelf geen goede zanger te zijn om de kinderen te helpen met het zingen. Je kunt gelukkig met de kinderen de liedjes oefenen in het Oefenlokaal van Rep en Roer. Maar waar let je dan op? Welke aanwijzingen kun je geven om het mooier te laten klinken? Een paar tips.

  • Beluister de liedjes eerst voordat je ze mee laat zingen. Vaak zijn de kinderen enthousiast en beginnen meteen mee te zingen. Leuk, maar misschien niet de beste manier als je de liedjes goed wilt aanleren. Foutjes sluipen er dan sneller in.  Laat de kinderen eerst een of twee keer luisteren naar de liedjes zonder dat ze proberen mee te zingen en laat ze de tekst meelezen. Geef ze een opdracht waar ze op kunnen letten. Bijvoorbeeld: Waar gaat het eigenlijk over. Welke emotie zit er in dit lied. Welke instrumenten hoor je.
  • Ga altijd staan als je gaat zingen. Gewoon naast je stoel, zodat iedereen het digibord kan zien. Voordeel van het oefenen met het Oefenlokaal is dat de kinderen de tekst van het digibord lezen. Dit zorgt ervoor dat de kinderen recht naar voren kijken. Met het tekstboekje ga je snel voorovergebogen zitten. Zingen is een fysieke activiteit. Let erop dat je rechtop en actief staat, niet als een zak.
  • Doe een fysieke (stem)opwarming voordat je gaat zingen. Bijvoorbeeld:
    • Schud je lichaam los van boven naar onder: handen, ellebogen, schouders, billen, benen. Je kunt als je je schouders losschudt, ook je stem mee laten ‘schudden’.
    • Activeer je middenrif: je doet bijvoorbeeld alsof er een kat zit in het midden van de klas die weggejaagd moet worden: ‘Kssst!’. Of je maakt elkaar zogenaamd aan het schrikken: ‘Boe!’ Of je wilt dat het weer stil wordt: ‘Sssst!’
    • Breng je lippen en tong in beweging door snelle woordjes voor- en na laten te zeggen: spit-spet-spit-spet, doebi-doebi-doebi-doe, stip-stap-stip. Dit kan je ook hoger in je stem doen.
    • Maak je kopstem wakker door geluiden te maken, bijvoorbeeld een sirene nadoen, gek lachen of roepen: ‘Yeehaa!’ (met lassobeweging),  ‘Joehoe!’ (hier ben ik)
  • Begin met de meezingversies. Laat de kinderen met energie zingen: actief staan en actief de woorden uitspreken. Formuleer met welke emotie het lied gezongen moeten worden.
  • Als de kinderen het goed kennen, gebruik je de karaokeversies. Hoe klinkt het? Laat de kinderen zelf formuleren wat er beter kan. Mix enthousiaste zangers goed met minder enthousiaste zangers. Of laat de ene helft van de klas zingen en de andere helft luisteren. Wat kan er beter?

Veel zangplezier!

Lees hier meer blogs over zingen.
Bekijk hier een video met inzingoefeningen.

Het oefenen van de liedjes