W

Wat is het verschil tussen een couplet en een refrein?

Hoe liedjes in elkaar zitten en wat je daaraan hebt

Je hoort ze vaak voorbij komen bij popliedjes: termen als couplet, pre-chorus, refrein en bridge. Namen voor gedeeltes uit een lied. Maar wat betekenen deze muzikale termen eigenlijk? En waarom is dat handig om ze te kennen?

Wat betekenen deze termen?

  • Intro: Het begin van het lied waar nog niet gezongen wordt
  • Couplet: Het gedeelte waarbij het verhaal verteld wordt. De coupletten in een lied hebben dezelfde melodie, maar een verschillende tekst. De muziek is vaak nog rustig en gemiddeld.
  • Voorrefrein (of pre-chorus): De muziek gaat hierbij van het couplet naar het refrein toe. Omdat het refrein van intenser is dan het couplet wordt er een overgang gemaakt, een soort aanloopje naar het refrein dus.
  • Refrein: dit is het terugkerende stuk dat vaak het makkelijkste meezingt. Hierin komt de emotie van het lied het meest tot uiting. De muziek is vaak intenser.
  • Brug (of bridge): Dat is een deel dat meestal pas na het tweede refrein komt. Het komt maar één keer voor in het lied. Het is als het ware een uitstapje. Het verhaal krijgt nog een extra betekenis of variatie of conclusie.
  • Instrumentaal: Soms heeft een lied een instrumentaal gedeelte, dat wil zeggen zonder zang, dus waar alleen instrumenten klinken.
  • Outro. De muziek rondt af.

Als liedschrijver maak je gebruik van vorm om een gevarieerd liedje te krijgen, waarin niet alles op elkaar lijkt.

Waneer gebruik je deze termen?

Bij het repeteren is het handig om te werken met deze termen omdat je dan een gedeelte van het liedje apart kunt oefenen. Bijvoorbeeld: ‘Laten we eerst de refrein met z’n allen nog een keer zingen.’ Of: ‘De tekst van het tweede couplet ging nog niet zo goed, laten we die nog een keer doen.’ Kortom, het is een manier om gedeeltes te kunnen aanwijzen.
Ook is het leuk om de kinderen te laten ervaren dat ze ieder gedeelte anders kunnen laten klinken. Alleen al door het harder of minder hard te zingen. Dit noemen we in de muziek dynamiek maken. Wat je bijvoorbeeld zeggen:
– We gaan de coupletten zingen op een gemiddeld niveau. Niet te hard en niet te zacht.
– We gaan de voorrefrein spannend maken.
– We gaan de refreinen heel uitbundig zingen. Hierbij moet het echt feest zijn!
– Dan gaan we weer terug in volume bij het couplet.
– Bij de brug beginnen we zacht en worden we steeds luider naar het einde toe.
Met deze oefening leren ze niet alleen beter wat de termen inhouden maar hebben ze meteen het liedje veel interessanter gemaakt.

Zit een lied altijd hetzelfde in elkaar?

Nee. Er zijn veel variaties mogelijk. Een lied heeft niet altijd een voorrefrein of brug. Maar bijna alle liedjes hebben wel coupletten en refreinen. Veel liedjes hebben de volgende structuur:

  • intro
  • couplet 1
  • couplet 2
  • refrein 1
  • couplet 3
  • refrein 2
  • brug
  • refrein 3
  • outro

Een voorbeeld hiervan is het lied Luchtkasteel uit de musical Over de kop.

Soms beginnen liedjes juist met het refrein:

  • refrein
  • couplet 1
  • refrein
  • couplet 2
  • refrein

Een voorbeeld hiervan is Welkom in de Zoo uit de musical Verboden te voeren.

 

Bekijk hier het filmpje van Meer muziek in de klas van SchoolTV over dit onderwerp.
Lees hier blogs met de uitleg van theatertermen.

Wat is het verschil tussen een couplet en een refrein?