3 drama energizers voor in de klas
Tips van juf Marijke van Geflipt?! om te kijken met je klas
Juf Marijke van Geflipt?! geeft drie drama energizers die jij kunt doen met je klas. Succes gegarandeerd. Bekijk hier het filmpje:
3 drama energizers voor in de klas.
3 drama energizers voor in de klas
Waarom drama energizers? Ze verbeteren de concentratie, ze laten kinderen even lekker bewegen tussen de lessen door én: ze laten de kinderen alvast kennis maken met drama!
1. De bejaardendisco
Je vraagt drie kinderen uit de klas om naar voren te komen. Je bespreekt en fantaseert met de klas wie ze zijn, waar ze op dit moment zijn en wat voor emotie ze hebben. Bijvoorbeeld: onwijs blije bejaarden in de discotheek. Maar het kunnen ook verdrietige smurfen in de supermarkt zijn, of verlegen brugklassers in de middelbare school.
Je wijst één leerling uit de klas aan om een foto te maken. De bejaarden mogen even uit hun dak gaan totdat de fotograaf gaat staan en hardop zegt: KLIK. De foto is gemaakt dus de bejaarden staan even stil.
Geef de groep de opdracht om heel goed te kijken. Dan mag er één iemand naar de gang. Met de groep verander je drie dingen aan de ‘foto’. Bijvoorbeeld: één bejaarde gaat heel verdrietig kijken en de ander wisselt van been.
Dan wordt degene uit de gang weer opgehaald en krijgt de challenge: zoek de verschillen. De klas geeft tips.
Tip: verzamel de komende tijd wat theaterbasics zoals een glitterhoedje, pruik en zonnebril. Pak die erbij tijdens dit spelletje. Hoe grappig is het als er iemand van de gang komt en een bejaarde heeft opeens een glitterhoed op?
En vergeet niet dat je door dit ‘spelletje’ gewoon al bezig bent met de spelvorm tableaux vivant.
2. Het grote spreekbeurt spel
Je gaat kinderen leren improviseren.Waarom? Het is voor kinderen super handig om te kunnen improviseren. Laat ze maar denken aan hun spreekbeurt. Als ze even hun tekst kwijt zijn, kunnen ze improviseren.
Het spel: je roept 8 kinderen naar voren. Je verdeelt ze in 2 teams. De teams komen in 2 rijen tegenover elkaar te staan. In ieder team krijgt iemand nummer 1, nummer 2, nummer 3 en nummer 4. Het maakt niet uit of ze op volgorde staan.
Dan eis jij opperste concentratie… van de teams en van de klas… want dan zeg jij een nummer (1 t/m 4) PLUS een letter… bijv. 3 – A.
Dan moeten de 2 kinderen met nummer 3 een stap naar voren zetten en tegelijkertijd zeggen:
- ‘Ik heet…. een naam met een a… Alexandra’
- ‘Ik woon in … een plaats, land, dorp, stad met een a… Amsterdam’
- ‘Ik hou van …. eten of hobby’s met een a…. aardbeien!’
Je kijkt wie er eerder is, maar let op… je legt daar niet de nadruk op. Al heeft een kind alleen een naam met de a, dan is er al geïmproviseerd.
Nog wat handige tips:
- maak de afspraak dat je normale namen, landen en hobby’s etc. wilt horen.
- gaat het goed? Speel het ook een keer met de hele klas.
3. De lavadans
Een bewegingsspel dat gebaseerd is op ‘de vloer is lava’. Jij vertelt de klas dat er een groot probleem is: de vloer wordt zo lava. Ieder kind krijgt een dubbele krantenpagina (de bescherming tegen het lava). De kinderen leggen de pagina plat op de vloer en gaan erop staan. Jij zet muziek op en de kinderen dansen op hun krant. Extra challenge: de krant mag niet scheuren en de voeten mogen natuurlijk niet de vloer… uhh het lava… raken. Dan stop jij de muziek. Als de muziek stopt, vouwen de kinderen hun krantenpagina dubbel. Dit herhaal je een aantal keren. Het dansen wordt hierdoor steeds moeilijker. Hoe klein wordt de krant?
Vind hier meer blogs met opwarmers.
Bekijk hier het filmpje op YouTube.